Hoe gaat het met jou?
Je reageert zelf ook op de schokkende gebeurtenis. Misschien voel je jezelf schuldig, doet het je denken aan eigen verlieservaringen, wil je er niet over praten of heeft je veel verdriet. Of je hebt angstgevoelens en je wilt de kinderen niet uit het oog verliezen. Praat hierover met collega’s of partner. Zij kunnen ook van belang zijn als het jezelf niet lukt om de kinderen te ondersteunen.
Rol van de ouders
De meeste kinderen kunnen heel direct praten over hun ervaringen. Voor sommige leerlingen is dat niet voldoende, zij blijven bezig met de gebeurtenis. Zij zullen langer klachten of verschijnselen hebben. Maar als klachten langer dan enkele maanden aanhouden, zijn de ouders de aangewezen personen om de huisarts in te schakelen en eventueel professionele hulp te vragen. Je hebt hierin een signalerende functie. Je kunt dus zelf contact opnemen met de ouders of raad vragen aan professionele hulpverleners.
Wat kun je zelf doen?
- Bied de leerling een vertrouwde omgeving en pak het dagelijkse ritme weer op. Blijf bij het gebruikelijke rooster, inclusief de leuke dingen, om de aandacht naar de normale situatie te verzetten. Het kind krijgt daardoor een gevoel van rust en veiligheid.
- nodig de leerling uit om te praten en luister. Kinderen hebben behoefte aan herkennende en geruststellende reacties. De ene leerling wil wel praten over wat er gebeurd is, de ander niet. Bij de een maakt dat emoties los, terwijl een ander er redelijk onbewogen onder blijft. Al deze verschillen tussen leerlingen zul je moeten herkennen en respecteren.
- heb begrip voor al hun verschillende reacties en emoties. Deze zijn begrijpelijk en normaal. Ze kunnen prikkelbaarder zijn en daardoor plotseling kwaad worden. De kwaadheid is gericht op de directe omgeving maar is niet zo bedoeld. Accepteer het ook als een leerling weinig of geen emoties toont.
Activiteiten
Activiteiten die kunnen helpen bij het verwerken van een schokkende gebeurtenis zijn:
- Kringgesprekken houden, eventueel kunt u anderen hierbij inschakelen;
- kinderen laten tekenen of schrijven over wat er gebeurd is;
- een dagboek of schoolkrant maken met tekeningen, gedichten en verhalen met ervaringen;
- materialen aanbieden om mee te spelen die associaties oproepen met de gebeurtenis.
Verwerken kost tijd. Begeleid de leerlingen hierbij zo lang als nodig is. Leerlingen met een andere culturele achtergrond hebben mogelijk andere manieren van omgaan met verdriet. Leer deze ook kennen en vraag hiervoor begrip bij de andere kinderen.
Als een kind overlijdt…
Als een van je leerlingen overlijdt, betekent dat voor de andere kinderen en voor jou een ingrijpende verandering in de klas. Ook dan moeten de kinderen hierover kunnen praten. Wat kan helpen bij de rouwverwerking is het betuigen van condoleance aan de familie, of het organiseren van een herdenkingsdienst. Het tafeltje van de overleden leerling kan gebruikt worden als plek om afscheid te nemen, bijvoorbeeld met bloemen, foto’s en kaarsen. Ook kun je symbolen gebruiken die herinneren aan de overleden leerling.
Wat juist niet helpt
Je kunt veel doen om het verwerken te bevorderen. Je kunt beter niet zeggen: “Probeer het maar te vergeten. Denk er niet zo vaak aan. Kijk naar de toekomst, naar de mooie dingen” etc. Kinderen voelen zich hierdoor niet serieus genomen. Door een te lauwe of te algemene reactie van de leerkracht kan de leerling dichtklappen. Hetzelfde geldt als een leerling te veel gestimuleerd wordt om erover te vertellen. Met name klasgenoten zijn hier soms erg hardnekkig in. Door een gedetailleerd verslag van de gebeurtenis krijgen kinderen nieuwe informatie, waardoor verwerkte dingen weer terugkomen. Het kind moet dan opnieuw beginnen met verwerking of zakt zelfs nog verder weg.