Helpend taalgebruik voor, tijdens en na de prik
Je helpt je kind door positieve woorden te gebruiken. Woorden kunnen ervoor kunnen zorgen dat de angst bij je kind groter wordt. Dit willen we natuurlijk voorkomen. Daarom hebben we een aantal tips.
- Wat kun je zeggen voor of tijdens de prik?
– “Je krijgt medicijnen om te zorgen dat je gezond blijft.”
– “Sommige kinderen voelen een drukkend gevoel. Anderen zeggen dat ze niks voelen. Ik ben benieuwd hoe het bij jou voelt.”
– “Ik ben bij je en zal je helpen.”
– “Omdat mama/papa nu met jou over (een leuke ervaring) praat kan de dokter goed zijn/haar werk doen. Weet je nog toen …”
– Tijdens het doen van een spelletje: “Wauw wat doe je dit goed” of “Kom wij doen dit spelletje, dan kan de dokter goed zijn/haar werk doen.”
- Wat kun je beter niet zeggen voor of tijdens de prik?
– “Het gaat even pijn doen.”
– “Niet huilen.”
– “Stel je niet aan.”
– “Het doet geen pijn.”
– “Hier komt de prik.”
- Wat kun je zeggen na de prik?
– “Wat heb je goed stilgezeten.”
– “Wat deed je het goed.”
- Wat kun je beter niet zeggen na de prik?
-“Je gedroeg je als een baby.”
– “Grote jongens/meisjes huilen niet.”
Tips voor ouders met kinderen van 0 t/m 3 jaar
Voor, tijdens en na de prik:
- Voor de prik
– Probeer alvast na te denken over wat jouw kind het prettigst vindt. Sommige kinderen vinden het fijn om tijdens de prik borstvoeding of flesvoeding te krijgen. Heeft je kind een speen, voeding, een knuffel of iets anders nodig tijdens het prikken? Neem dit dan mee naar de priklocatie.
– Als je zelf ontspannen bent, dan breng je dit ook over op je kind. Als je het moeilijk vindt om te ontspannen tijdens de prik, is het misschien verstandig dat iemand anders met je kind meegaat.
- Tijdens de prik
– Voor je kind is het prettig dat je dichtbij bent. Ze kunnen bijvoorbeeld bij je op schoot zitten of je staat bij ze terwijl je kind op de (aankleed)tafel zit of ligt.
- Na de prik
-Troost je kind als dit nodig is. Dit doe je op de manier zoals je dit gewend bent.
– Leid je kind af en richt je op iets anders. Bijvoorbeeld op een (knisper)boekje dat je meegenomen hebt.
Tips voor ouders met kinderen van 4 t/m 12 jaar
Voor, tijdens en na de prik:
- Voor de prik
-Vertel je kind dat hij/zij een prik krijgt. Omdat jij je kind het beste kent bepaal je zelf een geschikt moment hiervoor. Dit hoeft niet heel ver van te voren maar wacht ook niet tot het allerlaatste moment.
– Het is belangrijk dat je op een neutrale manier vertelt wat er gaat gebeuren. We hebben een aantal uitspraken die je beter niet of juist wel kan zeggen. Lees hiervoor de tips voor helpend taalgebruik.
– Vraag aan je kind wat prettig is. Wil je kind misschien bij je op schoot zitten? Of wil je kind iets doen tijdens het prikken? Bijvoorbeeld een woordspelletje of samen in- en uitblazen. Door de afleiding concentreert je kind zich op iets positiefs en plezierigs. Hierdoor is er minder aandacht voor het ongemak dat ze voelen tijdens de prik.
– De prik wordt in de bovenarm gegeven. Zorg dat je kind makkelijke kleding draagt met korte mouwen.
– Heeft je kind prikangst? Geef dit bij binnenkomst door aan de medewerker. Er is een speciale (afgeschermde) ruimte beschikbaar voor kinderen met meer angst. Je kind wordt extra begeleid in het krijgen van de prik.
- Tijdens de prik
– Je helpt je kind door zelf rustig te blijven tijdens het prikken. Praat op een rustige en neutrale toon en straal vertrouwen uit. Op deze manier heb je een positieve invloed op je kind.
- Na de prik
-Geef je kind een compliment nadat de prik is gegeven. Je kan ook aan je kind vragen om zichzelf een compliment te geven. Dit heeft een positieve invloed op een volgende prik.
– Vraag wat je kind ervan vond. Je geeft hierdoor je kind de ruimte om zijn of haar ervaring te vertellen.
Tips voor ouders met kinderen vanaf 12 jaar
Voor, tijdens en na de prik:
- Voor de prik
-Betrek je kind bij de keuze om de prik wel of niet te krijgen. Vanaf 12 jaar vragen we toestemming aan ouders én het kind. Vanaf 16 jaar vragen we alleen toestemming aan je kind. Meer informatie lees je op de website van het RIVM.
– Zorg dat je kind makkelijke kleding draagt met korte mouwen.
– Vraag hoe je kind zich het meest ontspannen voelt op het moment dat de prik gegeven wordt. Helpt het luisteren naar muziek? Neem dit dan mee naar de priklocatie.
– Zorg dat je kind uitgerust is en genoeg gegeten en gedronken heeft. Het lichaam heeft de energie nodig.
- Tijdens de prik
-Helpt muziek als afleiding? Het is geen probleem om tijdens de prik naar muziek te luisteren.
– Wanneer je kind bewust inademt door de neus en uitademt door de mond, en zich daarop concentreert, voelt de prik sneller en pijnlozer aan.
– Door de schouders bewust te laten zakken ontspant je kind de arm.
– Moedig je kind aan om zich op iets anders te concentreren tijdens het krijgen van de prik, in plaats van op de arm te letten.
– Als je kind het spannend vindt, geef dit dan aan bij de medewerker.
- Na de prik
-Geef je kind een compliment nadat de prik is gegeven. Je kan ook aan je kind vragen om zichzelf een compliment te geven. Dit heeft een positieve invloed op een volgende prik.
– Vraag wat je kind ervan vond. Je geeft hierdoor je kind de ruimte om zijn of haar ervaring te vertellen.