Een kwart van de Zeeuwse jongeren geeft aan (bijna) elke dag te gamen (zie figuur 1). Het percentage jongeren dat aangeeft (bijna) nooit te gamen is lager dan in 2019 (31% in 2021 versus 39% in 2019), maar het percentage jongeren dat twee à drie dagen per week aangeeft te gamen is toegenomen: van 15% in 2019 naar 18% in 2021. Jongens gamen vaker elke dag dan meisjes (40% versus 11%) en tweedeklassers vaker dan vierdeklassers (31% versus 21%).
Ongeveer 3% loopt risico op problematisch game gedrag. Dit betreft vooral jongens (5% in vergelijking met 1% bij de meisjes) (zie figuur 2).