Van de jongeren in Zeeland heeft 14% ooit een hele sigaret gerookt (zie figuur 1). Dit percentage ligt hoger dan gemiddeld in Nederland (9%). Dit verschil zie je ook als het om recent roken gaat. Van de Zeeuwse jongeren rookt 7% wekelijks en 4% dagelijks. In Nederland zijn deze percentages respectievelijk 4% en 3%. In vergelijking met 2019 zien we geen verschillen in rookgedrag.
Leerlingen van het vmbo basis-/kaderberoepsgericht (bk) hebben de meeste ervaring met het roken van een sigaret (zie figuur 2). Zo heeft 23% ooit een hele sigaret gerookt. Bij de andere onderwijsniveaus ligt dit percentage lager: 18% op het vmbo gemengd/theoretisch (gt), 9% op de HAVO en 5% op het vwo. Ook roken vmbo-bk (8%) en vmbo-gt leerlingen (4%) vaker dagelijks dan havo (2%) en vwo-leerlingen (1%).
Hoe ouder de jongeren zijn, hoe meer ervaring ze hebben met roken (zie figuur 3). Van de Zeeuwse vierdeklassers heeft 20% ooit een hele sigaret gerookt, maar ook bij de tweedeklassers zien we dat 7% aangeeft dit ooit te hebben gedaan. Dagelijks roken onder de tweedeklassers ligt een stuk lager, 2% geeft aan dit dagelijks te doen. Bij de vierdeklassers ligt dit op 6%.
Geraadpleegde bronnen, kijk voor meer informatie naar:
- [1] Nationaal Expertisecentrum Tabaksontmoediging. Kinderen en roken – een aantal feiten op een rij. Utrecht: Trimbos-instituut. 2017.