Invloed coronaperiode op leven
Bijna de helft van de Zeeuwse jongvolwassenen geeft aan zowel positieve als negatieve gevolgen te hebben ervaren (zie figuur 1).
Top 5 van positieve gevolgen:
- minder geld uitgegeven
- meer rust
- minder reistijd door thuis onderwijs volgen of thuis werken
- meer tijd voor familie en vrienden
- thuis onderwijs volgen of thuis werken
Top 5 van negatieve gevolgen:
- Het niet kunnen bezoeken van festivals, sportwedstrijden of niet op vakantie kunnen gaan naar het buitenland,
- Familie of vrienden minder vaak kunnen zien of mensen of ouderen met een kwetsbare gezondheid niet kunnen bezoeken,
- Minder goed in zijn of haar vel zitten,
- Minder nieuwe mensen leren kennen,
- Het niet naar (sport)clubs of (andere) verenigingen kunnen.
Ingrijpende gebeurtenissen tijdens de coronaperiode
De helft van de Zeeuwse jongvolwassen heeft een ingrijpende, corona gerelateerde, gebeurtenis meegemaakt. Hierbij is het zelf doormaken van een corona infectie niet meegenomen. In Nederland ligt het percentage dat een ingrijpende, corona gerelateerde, gebeurtenis heeft meegemaakt wat hoger dan in Zeeland.
1 op de 6 jongvolwassenen geeft aan nog steeds last te hebben van gebeurtenissen die ze hebben meegemaakt in de coronaperiode.
Trauma
Sommige persoonlijke corona gerelateerde gebeurtenissen kunnen leiden tot traumatische stressklachten. De meest heftige gebeurtenis die het vaakst genoemd werd is ‘door coronamaatregelen geen afscheid kunnen nemen van overleden naaste’. Ongeveer 1 op de 16 jongvolwassenen in Zeeland heeft een verhoogd risico (volgens de DSM-5) op Post Traumatische Stress Stoornis (PTSS) door de meegemaakte traumatische gebeurtenis.
Uitleg indicator
Post Traumatische Stress Stoornis (PTSS)
Het gaat in de Corona Gezondheidsmonitor Jongvolwassenen 2022-2023 alleen om een PTSS-indicatie naar aanleiding van corona gerelateerde gebeurtenissen.
Voor het bepalen van risico op een posttraumatische stress stoornis (PTSS) is gebruikt gemaakt van de DSM-5. De Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM): het diagnostisch en statistisch handboek van psychiatrische aandoeningen. Het handboek is een classificatiesysteem waarin internationale afspraken zijn gemaakt over welke criteria van toepassing zijn op een bepaalde psychische stoornis, zoals bijvoorbeeld PTSS, op basis van (nieuwe) wetenschappelijke inzichten. Het is nadrukkelijk géén diagnose-handboek. De diagnose PTSS kan enkel gesteld worden via aanvullend uitgebreid en nauwkeurig psychiatrisch onderzoek volgens de daarvoor geldende richtlijnen. Voor deze indicator is aan de respondenten gevraagd welke gebeurtenis in de coronaperiode zij hebben meegemaakt, of ze nu nog last hebben van die gebeurtenis, welke gebeurtenis het meest heftig was en hoe lang deze gebeurtenis heeft plaatsgevonden.
Hulp en ondersteuning
Door de coronaperiode had 6 op de 10 jongvolwassenen soms extra hulp of steun nodig. Dat is iets minder dan gemiddeld in Nederland (zie figuur 2).
Wanneer jongvolwassenen behoefte hadden aan extra hulp of steun ging het met name om hulp omdat hij/zij niet lekker in zijn/haar vel zat, bij begeleiding bij opleiding en bij de balans tussen werk of studie en privé (zie figuur 2).
Van de jongvolwassenen in Zeeland konden 1 op de 12 bij een probleem bij niemand terecht en had door corona extra hulp of steun nodig.
Vrouwen hadden vaker extra hulp of steun nodig door de coronaperiode dan mannen.
Jongvolwassenen in de leeftijdscategorie 18-25 jaar hadden vaker financiële hulp nodig en vaker hulp nodig bij de balans tussen werk/studie en privé vergeleken met 16-17 jarigen. Jongvolwassenen tussen de 18 en 20 jaar hadden daarnaast ook meer begeleiding bij hun opleiding nodig, of omdat ze niet lekker in hun vel zaten, vergeleken met 16-17 jarigen en 21-25 jarigen.
Uitgestelde zorg
Een kwart van de jongvolwassenen heeft de zorg die gepland was niet ontvangen. Dit percentage ligt bij vrouwen hoger dan bij mannen.
1 op de 10 heeft de uitgestelde zorg nog steeds niet ontvangen, maar nog wel nodig en ongeveer 1 op de 10 jongvolwassenen van de groep die last heeft gehad van uitgestelde zorg ervaart daar nog hinder van. Vrouwen ervaren vaker hinder van de uitgestelde zorg dan mannen.