Acceptatie van homoseksualiteit
Hoe leerlingen tegenover homoseksualiteit staan is bepaald op basis van drie stellingen over zowel homo’s als lesbiennes:
Stel dat er in jouw klas een jongen zit die op jongens valt (homo is). OF Stel dat er in jouw klas een meisje zit die op meisjes valt (lesbisch is). Wat zou je wel, misschien of juist niet doen?
- Ik zou rustig vriendschap sluiten met hem of haar
- Ik zou laten merken dat hij of zijn van mij af moet blijven
- Ik zou in de pauze liever naast iemand anders zitten
Opvallend is dat Zeeuwse jongeren vooral moeite hebben om homoseksualiteit van hun eigen sekse te accepteren, dus jongens van homoseksuele jongens en meisjes van lesbische meisjes (zie figuur 1 en 2). Verder hebben jongens de meeste moeite om homoseksualiteit te accepteren.
De acceptatie van homoseksuelen verandert bij jongens niet naar mate ze ouder worden (zie figuur 3). Bij meisjes zien we wel een positieve verandering in hun houding tegenover homoseksuelen. Bij de acceptatie van lesbiennes zien we zowel bij jongens als meisjes een positievere houding bij het ouder worden (zie figuur 4).
Eerlijk kunnen vertellen op school
Slechts 13% van de Zeeuwse jongeren denkt dat als een jongen of een meisje op school homoseksueel (of: homo of lesbisch) is, hij/zij dit eerlijk tegen iedereen zou kunnen vertellen. Bijna vier op de tien (39%) denkt dat je dit alleen tegen vrienden zou kunnen zeggen, 17% denkt dat je dit niet eerlijk op school kunt zeggen en 31% weet niet of je dit eerlijk op school kan vertellen.
Naarmate leerlingen ouder worden denken ze vaker dat een homoseksueel het eerlijk tegen iedereen kan vertellen: 11% in klas 2 denkt dit en in klas 4 is dat 16%. Leerlingen op VWO denken vaker dat je dit eerlijk tegen iedereen kan vertellen (18%) dan leerlingen van HAVO (14%) en VMBO (11%).
Ook hier zijn verschillen naar geslacht te zien (zie figuur 5). Zo denken meisjes vaker dat je dit eerlijk tegen vrienden op school kunt vertellen (44%) dan jongens (35%). Er is geen verschil te zien tussen jongens en meisjes in het eerlijk tegen iedereen kunnen vertellen op school.
Mening over transgender
Van de Zeeuwse jongeren vindt 42% het normaal dat iemand transgender is: een meisje die zich een jongen voelt of een jongen die zich een meisje voelt. Ongeveer de helft (49%) vindt dit raar (een beetje tot erg) en 9% vindt dit verkeerd.
Grote verschillen zijn te zien hoe jongens of meisjes naar transgenders kijken (zie figuur 6). Zo vindt 62% van de jongens het raar dat iemand zich transgender is in vergelijking met 36% van de meisjes.
Ook bij leerlingen van verschillende onderwijsniveaus zijn verschillen te zien in hoe ze naar transgenders kijken. Zo vindt 15% van de VMBO-bk leerlingen het verkeerd als iemand transgender is en bij VWO leerlingen is dit 4% (zie figuur 7).