Ingrijpende gebeurtenissen
Soms zijn er ingrijpende gebeurtenissen in een gezin. Zo geeft 35% van de Zeeuwse leerlingen aan een overlijden van iemand in het gezin te hebben meegemaakt, 23% ernstige lichamelijke beperkingen of ziekte van iemand in het gezin en 21% scheiding van de ouders (zie figuur 1).
Het percentage jongeren dat aangeeft dat iemand uit het gezin is overleden is dusdanig hoog dat het vermoeden bestaat dat jongeren het begrip gezin breder hebben getrokken richting familie, zodat ook grootouders, ooms en tantes zijn meegenomen. Met dit bredere begrip van gezin in het achterhoofd, geeft 35% van de Zeeuwse jongeren aan dat iemand uit het gezin is overleden.
De leerlingen is ook gevraagd of ze deze ingrijpende gebeurtenissen op dit moment meemaken (zie figuur 1): één op de tien maakt nu mee dat iemand in het gezin ernstige lichamelijke beperkingen of ziekte heeft en 3% maakt nu een scheiding van de ouders mee.
Jonge mantelzorger
Jonge mantelzorgers zijn kinderen en jongeren tot en met 24 jaar die opgroeien met een familielid dat chronisch ziek of gehandicapt is of een psychische aandoening heeft. Van de Zeeuwse leerlingen is 16% een jonge mantelzorger. Bij meisjes ligt het percentage jonge mantelzorgers iets hoger dan bij jongens: 18% versus 15%.
Ook zien we verschillen in het aandeel jonge mantelzorgers tussen leerlingen van verschillende onderwijsniveaus. Bij leerlingen van VMBO-bk is 18% een jonge mantelzorger en bij leerlingen van VWO is dit 14% (zie figuur 2).
Rondkomen
Jongeren die opgroeien in armoede kunnen minder goed meedoen in de maatschappij en krijgen minder kansen. Stress door geldzorgen in een gezin gaat vaak ook ten koste van gezondheid en welbevinden en heeft een negatief effect op gedrag en schoolprestaties. Uiteindelijk leidt armoede in de jeugd vaak tot minder kansen om in het volwassen leven mee te doen in de samenleving [2].
5% van de Zeeuwse jongeren ervaart zelf dat ze thuis enige of grote moeite hebben met rondkomen. Bij leerlingen van VMBO-bk en VMBO-gt ligt dit percentage hoger dan bij leerlingen van HAVO en VWO (zie figuur 3).
Omgevingsvoorwaarden
Aan de Zeeuwse jongeren zijn een veertiental vragen gesteld over hun leven en de kwaliteit van hun leefomgeving (Best Interest of the Child omgevingsvoorwaarden). Uit onderzoek is bekend hoe beter de kwaliteit van de leefomgeving, hoe groter de kans dat het met het kind goed gaat [4]. De jongeren konden per voorwaarde scoren op een schaal van 1 (onvoldoende) tot 4 (goed). In figuur 4 is te zien hoeveel Zeeuwse leerlingen aangeven dat een bepaalde omgevingsvoorwaarde onvoldoende scoort.
Referenties
- Mantelzorg.nl
- Loketgezondleven.nl – Armoede, schulden en gezondheid
- NJI Dossier Scheiding
- Kinderombudsman. Ik ben meer dan mijn problemen. Een integrale aanpak voor kinderen met meerdere problemen in de thuissituatie. Rapportnummer: KOM012/2019