Alcohol

In Nederland zijn grote regionale verschillen in alcoholgebruik onder jongeren te zien. Zeeland scoort ongunstiger en Zeeuwse jongeren gebruiken vaker alcohol dan Nederlandse leeftijdsgenoten.

Van de Zeeuwse jongeren heeft 36% ooit wel eens een heel glas met alcohol gedronken, 33% heeft in de afgelopen maand alcohol gedronken, 21% is een zogenaamde binge drinker (in de afgelopen maand vijf of meer drankjes met alcohol bij één gelegenheid gedronken (binge drinken) en 18% geeft aan in de afgelopen maand dronken of aangeschoten te zijn geweest. Alcoholgebruik onder Zeeuwse ligt nog steeds boven het landelijk gemiddelde (zie figuur 1).

In vergelijking met 2019 (39%) zien we dat jongeren in 2023 minder vaak ooit minimaal een heel glas alcohol hebben gedronken (36%). We zien echter geen significante veranderingen in recent alcoholgebruik, (recent) dronkenschap of recent binge drinken.

Groepsdruk speelt een rol bij het middelengebruik van jongeren. Als er in hun omgeving, door bijvoorbeeld vrienden of vriendinnen, alcohol wordt gedronken, dan is de kans groter dat een jongere zelf ook drinkt. Twee derde van de Zeeuwse jongeren geeft aan dat vrienden of vriendinnen ook alcohol drinken (66%).

Ook de houding van ouders omtrent het alcoholgebruik van de jongere en de beschikbaarheid van alcohol thuis speelt een rol. Een goedkeurende houding van ouders is een risicofactor (zie figuur 2). Er zijn geen verschillen in de houding van ouders tussen jongens en meiden en vmbo- en havo-vwo leerlingen.

15% van de jongeren koopt alcohol zelf. De helft van de jongeren krijgt alcohol via een (vriend)in of kennis, ongeveer een derde laat alcohol door anderen kopen (vriend(in), kennis of vreemde) (37%), krijgt alcohol van ouders of verzorgers (36%) of van een andere volwassene (28%) (zie figuur 3).

Hoewel alcoholgebruik vooral voorkomt in klas 4 zien we ook al alcoholgebruik in klas 2 (zie figuur 4a). Er zijn weinig verschillen tussen jongens en meiden, jongens hebben wat vaker ooit alcohol gedronken (38%) dan meiden (33%). We zien wel grote verschillen in het alcoholgebruik tussen vmbo- en havo-vwo leerlingen. Vmbo-leerlingen drinken vaker (recent) alcohol en zijn vaker (recent) dronken of aangeschoten geweest, ook consumeren zij vaker grote hoeveelheden alcoholische drankjes op één gelegenheid (zie figuur 4b).