De industrie en de zeescheepvaart zijn de belangrijkste bronnen in de gemeente Terneuzen waar de Kanaalzone zich bevindt. Dit is een groot verschil met het landelijke beeld waar verkeer de belangrijkste bron is [5]. Door middel van de luchtmeetpunten in Sluiskil en Philippine en de vierjaarlijkse Gezondheidsmonitor volwassenen van GGD Zeeland wordt de situatie gemonitord.
Luchtmeetnet: meetlocatie Sluiskil
Sinds half december 2020 wordt in het kader van het project Verbetering Omgevingskwaliteit Kanaalzone Sluiskil – Terneuzen continu de luchtkwaliteit gemeten in Sluiskil. De provincie doet dit om de luchtkwaliteit in de buurt van Sluiskil, waar veel industrie is, beter in beeld te krijgen. Op dit meetpunt worden metingen uitgevoerd naar fijnstof en stikstofoxiden. De meetresultaten in de eerste drie kwartalen van 2021 staan weergegeven in figuur 2. Op luchtmeetnet.nl zijn de actuele meetwaarden van de meetstations beschikbaar. Als referentie staan in de tabellen ook de meetwaarden van het regionale achtergrondstation Philippine en van het stadsachtergrondstation in Schiedam. Het station Philippine ligt dichtbij Sluiskil en meet de luchtkwaliteit die niet rechtstreeks door lokale bronnen belast is. Meetstation Schiedam is een stadsachtergrondstation dat informatie oplevert over concentraties in een stad, enigszins onder invloed van de Rijnmondse industrie en scheepvaart, maar geen directe blootstelling van bijvoorbeeld verkeer is. Meer informatie over de luchtkwaliteit in Kanaalzone kunt u vinden op de website van de RUD Zeeland.
Figuur 2: Gemiddelde concentraties (µg/m3) over de eerste drie kwartalen (vierde kwartaal is nog niet beschikbaar) van het jaar 2021:
De meetwaarden zijn vergeleken met wettelijke grenswaarden en WHO-advieswaarden. De Europese normen zijn een afweging tussen gezondheidseffecten, economische- en technische haalbaarheid. De advieswaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) zijn gebaseerd op gezondheidseffecten. Maar ook onder de WHO-norm voor fijnstof zijn er gezondheidseffecten. De gemeten fijnstof concentraties in Sluiskil zijn hoger dan in Philippine en ook in Schiedam. De stikstofoxide concentraties zijn ook hoger dan in Philippine, maar lager dan in Schiedam. De gemiddelde concentratie voor fijnstof en stikstofdioxide op het meetpunt in Sluiskil over de eerste drie kwartalen zijn lager dan de EU-grenswaarden (blauwe horizontale lijn) maar hoger dan de WHO-advieswaarden (groene horizontale lijn). De hogere waarden in de Kanaalzone komen mogelijk door de uitstoot van de industrie.
Gezondheidsmonitor volwassenen
Om de vier jaar wordt door de GGD’en in Nederland een vragenlijst voor de gezondheidsmonitor volwassenen (18-64 jaar) uitgezet. Voor de gemeente Terneuzen is deze vragenlijst op wijkniveau uitgezet voor de jaren 2012, 2016 en 2020. In deze gezondheidsmonitors zijn onder meer vragen opgenomen over geurhinder en bezorgdheid over de gezondheid vanwege de leefomgeving. In figuur 1 is het percentage ernstige geurhinder door bedrijven in de directe omgeving weergegeven. Hieruit blijkt dat ernstige hinder gemiddeld in Zeeuws-Vlaanderen hoger is dan in Zeeland. In Sas van Gent, Sluiskil en Westdorpe is deze zo hoog, dat deze gebieden kunnen worden gekwalificeerd als ‘onvoldoende’ [6]. Ter vergelijking, binnen de gebieden rondom Tata Steel in de IJmond is het percentage volwassenen dat ernstige geurhinder ervaart vanwege de industrie maximaal 8% [7].
Figuur 3: Percentage ernstige geurhinder door bedrijven (Volwassenmonitor GGD Zeeland 2012, 2016 en 2020):
In figuur 2 staat het percentage volwassenen dat bezorgd is over hun gezondheid vanwege de industrie in de directe omgeving. In de gebieden Sas van Gent, Sluiskil en Westdorpe is het percentage volwassenen dat bezorgd is over hun gezondheid vanwege de industrie 7-10 keer hoger dan gemiddeld in Zeeland. Ter vergelijking, binnen de gebieden rondom Tata Steel in de IJmond is het percentage volwassenen dat bezorgd is over hun gezondheid vanwege de industrie maximaal 39% [7].
Figuur 4: Percentage bezorgd vanwege industrie in de directe omgeving (volwassenenmonitor GGD Zeeland 2012, 2016 en 2020):