Middelengebruik Roken en vapen

Roken en vapen

Roken en vapen toegenomen

Van dit rapport bestaat ook een oudere versie.

Roken is de grootst vermijdbare risicofactor voor de meest voorkomende doodsoorzaken. Toch is er een stijging in het aantal jongeren dat rookt ten opzichte van 2021. Hoe jonger iemand begint met roken, des te groter de kans op verslaving. Ook voor jonge mensen is stoppen met roken moeilijk. Niet-beginnen met roken is de beste preventie [1]. Ondanks dat er vaak wordt aangenomen dat vapen minder schadelijk is dan de gewone sigaret, bevat ook de e-sigaret (vape) veel schadelijke en verslavende stoffen. Deze nieuwe vorm van roken is sterk in opkomst: vapen komt onder jongeren inmiddels vaker voor dan het roken van sigaretten. Het aantal jongeren dat in Zeeland rookt of vapet is toegenomen en ligt boven het landelijk gemiddelde.

Van de jongeren in Zeeland heeft 17% ooit een hele sigaret gerookt. Dit percentage ligt hoger dan gemiddeld in Nederland (12%). Dit verschil zie je ook als het om frequent roken gaat. Van de Zeeuwse jongeren rookt  9% wekelijks en 6% dagelijks. In Nederland zijn deze percentages respectievelijk 6% en 4%. Het aantal jongeren dat rookt in Zeeland is over de tijd toegenomen (zie figuur 1), ook wekelijks en dagelijks roken is toegenomen. Er is geen verschil tussen jongens en meiden in rookgedrag.

Roken

De ervaring die jongeren hebben met roken stijgt naarmate de leeftijd toeneemt. Van de Zeeuwse vierdeklassers heeft 23% ooit een hele sigaret gerookt, maar ook bij de tweedeklassers zien we dat 10% aangeeft dit ooit te hebben gedaan. Vierdeklassers roken ook vaker wekelijks (13%) en dagelijks (8%) dan tweedeklassers (9% wekelijks en 5% dagelijks) (zie figuur 2a).

 

Leerlingen van het vmbo roken vaker dan leerlingen van de havo en het vwo. Zo heeft 25% van de vmbo-leerlingen ooit een hele sigaret gerookt, bij havo- en vwo-leerlingen is dit 11%. Ook roken vmbo-leerlingen vaker wekelijks en dagelijks dan havo- en vwo-leerlingen (zie figuur 2b).

E-sigaret (vape)

De e-sigaret (ook wel elektronische sigaret of vape) is een elektronisch apparaatje dat de werking van een sigaret nadoet. In plaats van tabak verhit de e-sigaret een vloeistof. De damp hiervan adem je in. Bij de verhitting van de vloeistof komen schadelijke stoffen vrij, zoals nicotine en giftige en kankerverwekkende stoffen [2].

Vooral onder jongeren en jongvolwassenen is het gebruik van een e-sigaret populair. Er zijn aanwijzingen dat het gebruiken van de e-sigaret voor jongeren een opstap kan zijn naar het roken van tabakssigaretten [2].

Ten opzichte van 2019 zien we een sterke stijging in het gebruik van e-sigaretten onder jongeren (zie figuur 3). Van de Zeeuwse jongeren heeft 35% wel eens een e-sigaret gebruikt, waar dit in 2019 27% was. Ook het wekelijks (11%) en dagelijks (7%) gebruik is gestegen. In 2019 was dit 2% wekelijks en 1% dagelijks.

Jongeren in Zeeland gebruiken vaker een e-sigaret dan gemiddeld in Nederland (30%). Ook het wekelijks en dagelijks gebruik van de Zeeuwse jongeren ligt hoger dan het landelijk gemiddelde (9% wekelijks en 5% dagelijks).

Anders dan bij het roken van tabak zien we dat meiden vaker een e-sigaret gebruiken (38%) dan jongens (31%) (zie figuur 4a). Net als bij het roken van tabak zien we bij e-sigaret gebruik verschillen in onderwijstype en klas. Van de vierdeklassers geeft 41% aan wel eens een e-sigaret te gebruiken, bij tweedeklassers is dit 28%. Van de vmbo-leerlingen heeft 45% dit ooit wel eens gedaan in vergelijking met 26% van de havo- en vwo-leerlingen (zie figuur 4b).

Geraadpleegde bronnen, kijk voor meer informatie naar:  

  • [1] Nationaal Expertisecentrum Tabaksontmoediging. Kinderen en roken – een aantal feiten op een rij. Utrecht: Trimbos-instituut. 2017. 
  • [2] Notionaal Expertisecentrum Tabaksontmoediging. Elektronische sigaretten (vapes). Utrecht: Trimbos-instituut. 2023.

Meer weten? Neem contact met ons op: