PFAS

Mijn hond of kat heeft gedronken/gezwommen in binnenwater. Moet ik mij zorgen maken?

De GGD heeft geen expertise over gezondheidseffecten bij dieren. Als u zorgen heeft over uw huisdier of als uw huisdier klachten heeft dan kunt u het beste contact opnemen met de dierenarts.

Kan slootwater een PFAS gezondheidsrisico geven?

Het is inderdaad mogelijk dat zowel kinderen als volwassenen PFAS binnenkrijgen wanneer ze in contact komen met slootwater. Dit kan ook gebeuren wanneer slootwater wordt gebruikt om groenten of fruit te besproeien, aangezien PFAS in het water aanwezig kunnen zijn.

Hoewel iedereen in Nederland al PFAS binnenkrijgt via voeding en drinkwater, is de extra hoeveelheid PFAS die mensen binnenkrijgen door af en toe contact met slootwater relatief klein. Het gezondheidsrisico is dan ook klein. Dit geldt eveneens voor het eten van groenten of fruit die af en toe met slootwater zijn besproeid. Het is echter altijd goed om voorzichtig te zijn en te letten op de kwaliteit van het water dat in contact komt met voedsel.

Kan ik nog veilig zwemmen in de Westerschelde?

Ja, zwemmen in de Westerschelde op officieel aangewezen zwemwaterplekken is veilig.

GGD Zeeland verwacht geen gezondheidsrisico’s door PFAS bij het zwemmen in de Westerschelde. Dit is bevestigd door extra metingen die Rijkswaterstaat heeft uitgevoerd en die door het RIVM zijn geanalyseerd.

Naast PFAS wordt ook de waterkwaliteit en de fysieke veiligheid van het zwemwater nauwlettend gevolgd door de overheid. Het is aan te raden om alleen te zwemmen op officieel aangewezen zwemwaterlocaties. Alle aangewezen locaties, inclusief actuele informatie, zijn te vinden op de website van zwemwater.nl.

Kan ik veilig naar het strand/in zee zwemmen?

In zeeschuim kunnen bacteriën en schadelijke stoffen, zoals PFAS, zich ophopen. Het is daarom verstandig om te voorkomen dat je zeeschuim binnenkrijgt. Zorg ervoor dat kinderen en huisdieren niet in het zeeschuim spelen. Na het zwemmen in zee is het aanbevolen om een douche te nemen en altijd je handen goed te wassen voordat je iets eet, om blootstelling aan schadelijke stoffen te verminderen.

Zie ook het bericht van Provincie Zeeland.

Zijn er PFAS-normen voor oppervlaktewater?

Het RIVM heeft advieswaarden opgesteld voor PFAS in oppervlaktewater (zoals meren, rivieren en sloten), die aangeven hoeveel PFAS er in het water mogen zitten zodat het veilig is om daaruit vis te eten gedurende iemands hele leven. Deze normen worden gebruikt door de GGD Zeeland om te adviseren over bijvoorbeeld het eten van vis uit de Westerschelde.

Voor het gebruik van water uit deze oppervlaktewateren voor het besproeien van moestuinen zijn echter geen specifieke advieswaarden voor PFAS vastgesteld. Wel heeft het RIVM een geschatte risicogrens bepaald voor PFOS in water. Als de concentratie PFOS in het water lager is dan deze grens, verwacht het RIVM geen nadelige effecten op de gezondheid bij het gebruik van dit water voor het besproeien van moestuinen.

Gaat de GGD bloedonderzoek bij omwonenden van de Westerschelde doen?

Nee. GGD Zeeland heeft advies gevraagd aan de Expertgroep Gezondheidsonderzoek en Nazorg na rampen en (milieu-) incidenten van het RIVM. Deze Expertgroep ontraadt op dit moment bloedonderzoek (biomonitoring) als deel van een regionaal gezondheidsonderzoek. In lijn met het advies van het Crisis Expertgroep wordt eerst het landelijk programma PFAS afgewacht. Daarna kan een betere inschatting gemaakt worden van het nut van lokaal gezondheidsonderzoek bij omwonenden.

Kan ik mijn bloed laten onderzoeken op PFAS?

Inderdaad, het is mogelijk om via sommige commerciële laboratoria of ziekenhuizen een test te doen om de PFAS-waarden in het bloed te meten. De GGD raadt dit echter niet aan. Een bloedtest voor PFAS geeft geen informatie over de gevolgen voor je gezondheid, aangezien PFAS slechts één van de risicofactoren is voor gezondheidsproblemen. Andere factoren, zoals genetische aanleg, leefstijl en andere omgevingsfactoren, spelen ook een belangrijke rol bij het ontstaan van ziekten.

De testresultaten hebben geen voorspellende waarde over toekomstige gezondheidsproblemen en kunnen niet direct worden gekoppeld aan een bestaande aandoening. Bovendien is er geen behandeling beschikbaar om de PFAS-waarden in het bloed te verlagen.

Welke onderzoeken worden gedaan naar de gezondheidsrisico’s van PFAS?

In januari 2023 is het RIVM in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu een meerjarig PFAS-onderzoeksprogramma gestart. Doel is om verder inzicht te krijgen in de actuele blootstelling aan PFAS van de Nederlandse bevolking en welke bronnen daaraan bijdragen. Dit zal een basis geven om te bepalen welke maatregelen nog meer effectief zijn om de blootstelling te verminderen.

Daarnaast wordt onderzoek opgezet om de effecten van de maatregelen langjarig te kunnen volgen. Het onderzoeksprogramma loopt tot eind 2025. Meer informatie: Onderzoeksprogramma PFAS | RIVM

Komt er afzonderlijk gezondheidsonderzoek langs de Westerschelde?

Nee, minister Ernst Kuipers heeft op 4 juli 2023 in een Kamerbrief aangegeven dat er geen afzonderlijk gezondheidsonderzoek komt langs de Westerschelde. De minister volgt hiermee het advies van het expertteam op. Een standpunt dat GGD Zeeland deelt.

De GGD ziet veel argumenten om geen bloedonderzoek te doen, omdat:

  • het PFAS-bloedgehalte geeft geen informatie over individuele gezondheidseffecten, zolang niet bekend is bij welke bloedgehalten PFAS welke gezondheidsschade kan optreden;
  • er is geen duidelijk gezondheidsadvies bij (een hoog gehalte van) PFAS in het bloed. Er is geen behandeling mogelijk om PFAS uit het bloed / uit het lichaam te krijgen;
  • het bloedonderzoek is een momentopname en geeft geen informatie over een al of niet hogere blootstelling aan PFAS in het verleden;
  • de betekenis van het PFAS-gehalte in het bloed is onduidelijk: er is geen ‘normaalwaarde’.

Kunnen moeders maatregelen nemen om de blootstelling aan PFAS te verminderen?

Het verminderen van blootstelling aan PFAS is lastig omdat deze stoffen zich wereldwijd verspreiden en in veel producten aanwezig zijn. PFAS kunnen in voedingsmiddelen, drinkwater, lucht, en verschillende consumentenproducten voorkomen. Het is daarom moeilijk om volledig te voorkomen dat je in aanraking komt met deze stoffen.

Toch zijn er enkele praktische stappen die je kunt nemen om je blootstelling te beperken:

  1. Gevarieerd eten: Variëren in je voeding helpt om een eenzijdige blootstelling aan PFAS via specifieke producten te voorkomen. Dit kan de kans op overmatige inname van schadelijke stoffen verminderen.
  2. Groenten en fruit goed wassen: Het wassen van groenten en fruit helpt om een deel van de stoffen die op het oppervlak aanwezig kunnen zijn, zoals PFAS, te verwijderen.
  3. Voldoende water drinken: Door voldoende water te drinken, kun je helpen om schadelijke stoffen die in je lichaam terechtkomen, te flushen. Drink bij voorkeur schoon water, en let op eventuele waarschuwingen over PFAS in lokaal kraanwater.
  4. Beperk het gebruik van PFAS-houdende producten: Vermijd producten waarvan bekend is dat ze PFAS bevatten, zoals bepaalde anti-aanbakpannen, waterdichte kleding, en producten zoals bakpapier of schoonmaakmiddelen met PFAS.

Hoewel je niet volledig kunt ontsnappen aan PFAS, zijn deze maatregelen nuttig om je blootstelling te verminderen en je gezondheid te beschermen.

Bestaat er een veilige limiet voor PFAS in moedermelk en zo ja wat is deze limiet?

De Europese Voedselveiligheidsautoriteit (EFSA) heeft in 2020 een gezondheidskundige grenswaarde vastgesteld voor de inname van PFAS via voedsel. Deze grenswaarde is gebaseerd op de hoeveelheid PFAS die veilig geconsumeerd kan worden zonder nadelige effecten voor de gezondheid.

Voor vrouwen die borstvoeding geven, heeft de EFSA een specifieke norm afgeleid van 4,4 nanogram PFAS per kilogram lichaamsgewicht per week. Dit limiet is bedoeld om de blootstelling via voedsel te beheersen.

Daarnaast is er een limiet vastgesteld voor de maximaal acceptabele concentratie van PFAS in moedermelk. Deze concentratie is 133 nanogram per liter. Dit betekent dat de concentratie van PFAS in moedermelk niet boven deze waarde mag komen om te voorkomen dat de gezondheid van moeder of kind in gevaar komt. Het RIVM heeft echter aangegeven dat de gemeten concentraties in moedermelk in de meeste gevallen onder deze grenswaarde blijven, wat betekent dat borstvoeding geven nog steeds als veilig wordt beschouwd.

Ik heb gelezen dat er ook PFAS in moedermelk kunnen zitten. Is het dan nog wel veilig om borstvoeding te geven?

Mensen worden via verschillende bronnen blootgesteld aan PFAS, en het is al langer bekend dat deze stoffen wereldwijd in het bloed en de moedermelk van mensen terug te vinden zijn. Hoeveel PFAS iemand binnenkrijgt en hoeveel daarvan in het bloed of de moedermelk terechtkomt, varieert per situatie.

In 2022 heeft de Vrije Universiteit Amsterdam bij tien vrouwen uit de regio Dordrecht onderzocht of er PFAS in hun moedermelk aanwezig was. Bij alle tien de vrouwen werden inderdaad PFAS aangetroffen in de melk. De gemeten concentraties lagen echter onder de grenswaarde die is vastgesteld door de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA). Deze grenswaarde geeft aan welke blootstelling als veilig wordt beschouwd en geen gezondheidsrisico’s met zich meebrengt.

Aangezien de gemeten PFAS-concentraties geen gezondheidsrisico’s met zich meebrengen, heeft het RIVM geen aanleiding om het geven van borstvoeding af te raden of de duur ervan te verkorten. De voordelen van borstvoeding zijn namelijk groot en wegen zwaarder dan de mogelijke nadelen. Het algemene advies van de GGD blijft daarom om borstvoeding minimaal zes maanden te geven. Dit onderwerp krijgt ook extra aandacht binnen het landelijke PFAS-programma.

Zijn eieren uit winkels en supermarkten veilig om te eten?

Ja, eieren uit de supermarkt bevatten aanzienlijk lagere gehalten aan PFAS en blijven binnen de veilige Europese normwaarde. Deze worden regelmatig getest door Wageningen Food Safety Research (WFSR) in opdracht van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA).

Kan ik de eieren van hobbykippen nog eten?

Het is bekend dat stoffen in de grond, zoals zware metalen en dioxines, in kippeneieren terecht kunnen komen. Zelfs als de hoeveelheid stoffen in de grond niet zo hoog is. Uit onderzoek blijkt dat ook PFAS in kippeneieren kunnen komen. Het algemene advies is om te voorkomen dat kippen mogelijk verontreinigde grond binnenkrijgen. Dit kan door kippen te laten scharrelen op schone grond of zand, en door ze uit een bak te voeren.

De Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit heeft landelijk onderzoek gedaan naar PFAS in eieren van hobbykippen. De resultaten toonden grote verschillen in de PFAS-waarden in de eieren. In sommige eieren zat te veel PFAS, in andere niet. Het is helaas niet mogelijk om te zien of een ei een te hoog gehalte aan PFAS bevat. We weten ook niet precies wat de bron van de aangetroffen PFAS is. Het Voedingscentrum heeft op basis van dit onderzoek een advies op haar website gezet.
Dat advies is: “Het is de meest veilige keuze om eieren uit de supermarkt, van speciaalzaken of van de markt te eten. Mensen die ervoor kiezen om eieren van eigen kippen te eten, krijgen het advies om deze af te wisselen met eieren uit de supermarkt.”

Wat is het advies voor gebruikers van moestuinen in Reimerswaal?

De gemeente Reimerswaal heeft in hun bodemonderzoeken ontdekt dat de concentratie van PFAS in de bodem varieert en dat op sommige plaatsen de gehanteerde bodemgrenswaarde voor moestuinen wordt overschreden. Het is nog onbekend hoeveel PFAS vanuit de grond door groenten wordt opgenomen, maar dit wordt onderzocht. De resultaten worden halverwege 2024 verwacht. Tot de uitkomst van dit onderzoek bekend is, is het advies aan moestuinhouders in Reimerswaal om afwisselend te eten uit de moestuin en uit de winkel. Spoel groenten en fruit altijd goed af met water voordat je het eet en was regelmatig je handen.

Uitzondering Kruiningen
Voor tuiniers van het volkstuincomplex in Kruiningen geldt het advies om helemaal niet uit de moestuin te eten, zolang het onderzoek loopt.

Is de vis die gevangen wordt door de beroepsvisserij veilig om te eten?

Ja, de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) is verantwoordelijk voor de veiligheid van voedsel en voert controles uit op de beroepsvisserij in de Nederlandse binnenwateren.

Zit in vis, garnalen, schaaldieren en zeegroenten uit de winkel PFAS?

Ja, dit blijkt uit het onderzoek van het RIVM. Het advies is daarom om gevarieerd te eten. Het Voedingscentrum adviseert om één keer per week vis te eten, aangezien vis een onderdeel is van een gezonde voeding. Het eten van zelf gevangen vis of garnalen uit de Westerschelde wordt echter afgeraden. Het Voedingscentrum raadt ook af om regelmatig zelf gevangen zoetwatervis te eten, omdat hierin soms te veel PFAS kan zitten en er ook andere ongezonde stoffen aanwezig kunnen zijn.

Lees meer: Resultaten PFAS voedselveiligheidsonderzoek Westerschelde bekend | Provincie Zeeland

Kan ik zelf gevangen vis, garnalen en/of zelf gestoken zeegroenten uit de Westerschelde eten?

Er is onderzoek gedaan naar het PFAS-gehalte in de Westerschelde. Hieruit blijkt dat volwassenen slechts heel beperkt vis, schaal- en schelpdieren uit de Westerschelde kunnen eten. Bij de berekeningen is aangenomen dat mensen de verschillende producten niet tegelijk consumeren.

Vis en garnalen uit de Westerschelde bevatten zoveel PFAS dat het beter is ze niet op te eten als je ze zelf vangt. Zelf geraapte schelpdieren uit de Westerschelde kunnen in beperkte mate geconsumeerd worden.

Lees meer: Resultaten PFAS voedselveiligheidsonderzoek Westerschelde bekend | Provincie Zeeland

Kan ik drinkwater uit de kraan blijven drinken?

Ja, je kunt gewoon kraanwater blijven drinken. De hoeveelheid PFAS die je met kraanwater binnenkrijgt, is klein. Voldoende water drinken is belangrijk om gezond te blijven.

Zitten er PFAS in voedsel en drinkwater?

In de meest recente publicatie van het RIVM staat dat we in Nederland te veel PFAS binnenkrijgen via voedsel en drinkwater. Hoewel de hoeveelheid PFAS lager is dan eerder berekend, kunnen er nog steeds nadelige effecten op de gezondheid ontstaan. Het RIVM adviseert de overheid daarom om het gebruik van deze stoffen te verminderen en ervoor te zorgen dat mensen minder in contact komen met PFAS.

Voor meer informatie, zie het onderzoek van het RIVM: Nieuw onderzoek bevestigt: mensen in Nederland krijgen te veel PFAS binnen.

Hoe weet ik waar PFAS in zit?

Als je wilt weten of er PFAS in een specifiek product zitten, kun je kijken op de website waarzitwatin van de Rijksoverheid of de leverancier van het product vragen. De leverancier moet deze informatie binnen 45 dagen gratis verstrekken. Dit geldt echter niet voor persoonlijke verzorgingsproducten (cosmetica). Bij deze producten staan alle ingrediënten die erin zitten altijd op het etiket. Probeer producten met termen zoals PFC, PFTE, fluor en perfluor(o) te vermijden.

Hoe kan ik blootstelling aan PFAS verminderen via producten?

Koop geen producten waarin PFAS is gebruikt, zodat je de directe blootstelling aan deze stoffen vermindert. Daarnaast help je zo de uitstoot van PFAS door fabrieken tijdens het productieproces te beperken en draag je bij aan het verminderen van milieuvervuiling door afval met PFAS. Dit zorgt uiteindelijk voor minder PFAS in het milieu en minder blootstelling van consumenten via drinkwater en voedsel. Producten die vaak PFAS bevatten, zijn bijvoorbeeld: pannen met een antiaanbaklaag, bakpapier, buitensport- en regenkleding, cosmetica, impregneermiddel voor kleding, ski-wax, smeermiddelen voor bijvoorbeeld fietskettingen, tapijt, tapijtreiniger en pizzadozen.

Nog een aantal tips:

  • Gebruik bij voorkeur keramische pannen en keukengerei van roestvrij staal of gietijzer.
  • Gebruik geen pannen met een beschadigde of bekraste antiaanbaklaag; breng deze naar de milieu straat.
  • Gebruik PFAS-houdende producten alleen waarvoor ze bedoeld zijn; kijk op de gebruiksaanwijzing.
  • Kies waterafstotende producten, zoals schoenenspray, zonder PFAS.
  • Gebruik cosmeticaproducten zonder PFAS.
  • Ventileer je huis goed en maak regelmatig schoon met een natte doek om vervuilde stofdeeltjes te verwijderen.

Op de website waarzitwatin.nl vind je veel informatie over PFAS in producten, bijvoorbeeld over pannentapijt en regenkleding.

Is er een medische behandeling om PFAS in het lichaam af te breken of sneller uit te scheiden?

Er zijn geen medicijnen of behandelingen die PFAS in het lichaam kunnen afbreken of sneller kunnen laten uitscheiden. Het lichaam heeft moeite om PFAS af te breken, en deze stoffen kunnen lange tijd in het lichaam blijven.

Hoe kan ik blootstelling aan PFAS verminderen via eten of drinken?

Je kunt zelf niet veel doen om te voorkomen dat je PFAS binnenkrijgt, omdat PFAS bijna overal in onze omgeving aanwezig is, ook in voedingsmiddelen en drinkwater. Het is belangrijk om voldoende water te drinken en gevarieerd te eten om gezond te blijven, ook al krijg je een beetje PFAS binnen. Variëren in voeding helpt om een eenzijdige blootstelling aan voedingsmiddelen die PFAS bevatten te voorkomen.

Andere tips om minder PFAS in je lichaam te krijgen zijn:

  • Spoel groenten en fruit goed af met water
  • Varieer voldoende in je voeding
  • Was regelmatig en goed je handen, zeker voor het eten of na het werken in de tuin

Is PFAS schadelijk voor het milieu?

Als PFAS in het milieu terechtkomt, bijvoorbeeld via afvalwater van fabrieken die deze stoffen gebruiken, blijft het daar aanwezig. PFAS breekt namelijk niet af en kan zich snel verspreiden. Dit is schadelijk voor het milieu, omdat het de bodem, waterbronnen en het ecosysteem kan verontreinigen.

Hoe komt PFAS in het lichaam?

De meeste PFAS krijg je binnen via je eten en drinkwater. PFAS komt voor in veel verschillende voedingsmiddelen. Vooral in vis, schaal- en schelpdieren, maar ook in (zee)groenten, fruit, aardappelen en eieren. Ook door het drinken van kraanwater krijg je PFAS binnen. Daarnaast kun je kleine hoeveelheden PFAS binnenkrijgen, bijvoorbeeld als je met PFAS vervuilde grond of zwemwater in contact komt.

Aan de inname via eten en drinken kun je zelf weinig doen, behalve variëren in voedsel om een eenzijdige blootstelling aan voedingsmiddelen die PFAS bevatten te voorkomen. We adviseren om groente en fruit altijd af te spoelen met water, je handen te wassen als je in de (moes)tuin hebt gewerkt en te voorkomen dat je zwemwater met PFAS inslikt.

Andere manieren om PFAS binnen te krijgen zijn via de lucht (inademen) of via de huid. Als je producten met PFAS gebruikt, zoals smeermiddelen of impregneermiddelen, kunnen stofdeeltjes vrijkomen in de lucht die je inademt. In beperkte mate kan PFAS in waterafstotende kleding of cosmetica via de huid in je lichaam terechtkomen. In zeer beperkte mate wordt PFAS ook door de huid opgenomen tijdens het zwemmen, maar dit is veel minder dan de opname door het inslikken van zwemwater met PFAS.

Hoe word je blootgesteld aan PFAS?

Je kunt PFAS binnenkrijgen via voeding, drinkwater en het gebruik van producten die PFAS bevatten, zoals impregneermiddel voor textiel en smeermiddelen. Ook kunnen PFAS vrijkomen wanneer deze producten bij het afval terechtkomen, omdat PFAS de afvalverbranding overleven en moeilijk uit het afvalwater kunnen worden verwijderd tijdens de rioolwaterzuivering. Andere manieren om PFAS binnen te krijgen, zijn via lokaal geteelde gewassen op PFAS-houdende grond of via lokaal gevangen vis uit PFAS-houdend oppervlaktewater, zoals de Westerschelde.

Krijg je kanker van PFAS?

Sommige PFAS kunnen mogelijk kanker veroorzaken. Onderzoek naar jarenlange, hoge blootstelling aan de PFAS PFOA laat een verband zien met nierkanker en zaadbalkanker. Recent zijn er ook aanwijzingen gevonden voor een mogelijke relatie met schildklierkanker.

Of PFAS daadwerkelijk gezondheidseffecten veroorzaken, hangt onder andere af van hoeveel iemand in de loop van de tijd binnenkrijgt. Het is ook afhankelijk van andere factoren, zoals erfelijke aanleg, leefstijl (zoals voeding, roken, en bewegen) en of iemand andere ziekten heeft.

Hoe groot is de kans dat je ziek wordt door PFAS?

Of je ziek wordt, hangt af van hoeveel PFAS je in de loop van de tijd binnenkrijgt. Hoe langer je PFAS binnenkrijgt, hoe groter de kans dat het effect heeft op je gezondheid. Dit is ook afhankelijk van andere factoren, zoals erfelijke aanleg, leefstijl (zoals voeding, roken, en beweging) en of je andere ziekten hebt.

Heeft iedereen PFAS in het bloed?

Wereldwijd is PFAS tientallen jaren lang verspreid in het milieu en in levende organismen. Dit komt door de uitstoot van chemische bedrijven en het gebruik van PFAS in verschillende producten, zoals sprays, cosmetica, voedselverpakkingen en meer. Recent onderzoek toont aan dat PFAS ook in drinkwater en voeding zit. Daarom heeft vrijwel iedereen, in meer of mindere mate, PFAS in het bloed.

Zijn er normen om mijn gezondheid te beschermen tegen PFAS?

Om nadelige gezondheidseffecten te voorkomen, heeft de European Food Safety Authority (EFSA) in 2020 een Toelaatbare Dagelijkse Inname (TDI) vastgesteld voor vier soorten PFAS. Als je minder PFAS binnenkrijgt dan deze hoeveelheid, worden er geen nadelige gezondheidseffecten verwacht. Als mensen lange tijd meer PFAS binnenkrijgen dan de TDI, kunnen nadelige effecten op de gezondheid optreden. Of deze effecten daadwerkelijk optreden, kunnen we niet voorspellen.

De gezondheidskundige grens geeft aan welke blootstelling geen gezondheidsrisico’s oplevert en dus nog veilig is. Als je lange tijd meer PFAS binnenkrijgt dan deze grenswaarde, neemt de kans op gezondheidseffecten toe. Dit betekent echter niet dat je ook daadwerkelijk ziek wordt. Of dit gebeurt, hangt ook af van andere factoren, zoals erfelijke aanleg, leefstijl (zoals voeding, roken, en bewegen) en of je andere ziekten hebt. Het RIVM adviseert de overheid om ervoor te zorgen dat mensen minder PFAS binnenkrijgen.

Krijgen we teveel PFAS binnen?

Uit onderzoek van het RIVM blijkt dat we via voedsel en drinkwater meer PFAS binnenkrijgen dan veilig is voor onze gezondheid. De gezondheidskundige grens geeft aan welke blootstelling geen risico’s voor de gezondheid oplevert en dus nog veilig is. Als je langdurig meer PFAS binnenkrijgt dan deze grenswaarde, neemt de kans op gezondheidseffecten toe. Dit betekent echter niet dat je automatisch ziek wordt. Of dit gebeurt, hangt ook af van andere factoren, zoals erfelijke aanleg, leefstijl en of je andere ziekten hebt. Het RIVM adviseert de overheid om ervoor te zorgen dat mensen minder PFAS binnenkrijgen.

Ik heb vragen over PFAS en algemene gezondheidsvragen, waar kan ik terecht?

Heb je vragen over PFAS en je ervaren gezondheid, dan kun je contact opnemen met GGD Zeeland via het PFAS-loket online of het algemene telefoonnummer, 0113-249 400.

Ik heb gezondheidsklachten, mogelijk door PFAS, wat moet ik doen?

Gezondheidsklachten kunnen op dit moment nog niet direct worden gekoppeld aan blootstelling aan PFAS. Het is echter wel belangrijk dat je, als je gezondheidsklachten hebt, dit laat onderzoeken. Neem in dat geval contact op met je huisarts.

Wat zijn de gezondheidsrisico’s van PFAS?

Een aantal PFAS heeft nadelige effecten op de gezondheid van mensen, vooral PFOA en PFOS. We weten dat deze stoffen een negatieve invloed kunnen hebben op de leverfunctie en het immuunsysteem, kunnen leiden tot een verhoging van het cholesterolgehalte en schadelijk zijn voor de voortplanting en de ontwikkeling van het ongeboren kind (bijvoorbeeld een lager geboortegewicht). Er wordt ook een verband gelegd tussen een hoge blootstelling aan PFOA en twee vormen van kanker: nier- en teelbalkanker.

Of PFAS daadwerkelijk gezondheidseffecten veroorzaken, hangt onder andere af van hoeveel je in de loop van de tijd binnenkrijgt. Hoe langer je grote hoeveelheden PFAS binnenkrijgt, hoe groter de kans dat het effect heeft op je gezondheid. Van de genoemde effecten verwachten we de meeste invloed op het immuunsysteem. Dit is ook afhankelijk van andere factoren, zoals erfelijke aanleg, leefstijl (voeding, roken, beweging) en of je andere ziektes hebt.

Is PFAS ongezond voor mensen?

PFAS kan zich, net als in de natuur, ophopen in het menselijk lichaam. Omdat PFAS niet of nauwelijks afbreekbaar is, kan het op de lange termijn schade veroorzaken. Bij normaal gebruik van producten met PFAS erin zullen deze meestal geen directe gezondheidseffecten hebben. De hoeveelheden die je via consumentenproducten binnen krijgt, zijn over het algemeen klein. In Nederland krijgen mensen echter via voedsel en kraanwater meer PFAS binnen dan gewenst is. Het RIVM adviseert de overheid om ervoor te zorgen dat mensen minder PFAS binnenkrijgen.

Meer informatie over het onderzoek naar PFAS in consumentenproducten is hier te vinden: Nieuw onderzoek bevestigt: mensen in Nederland krijgen te veel PFAS binnen | RIVM)

Waarom zijn PFAS niet verboden?

Binnen de Europese Unie en andere landen in de wereld geldt alleen voor PFOS en PFOA een verbod. Deze twee soorten PFAS mogen niet in producten zitten, tenzij het echt nodig is. PFAS komen in veel producten voor vanwege hun handige eigenschappen (zie: Waarom wordt PFAS gebruikt?). Er is echter steeds meer bekend over de schadelijkheid van deze stoffen voor mensen en het milieu. De Nederlandse overheid werkt samen met andere Europese landen aan een verbod op alle PFAS in producten waarin ze niet echt nodig zijn.

Wat is de rol van GGD Zeeland met betrekking tot PFAS?

GGD Zeeland volgt de landelijke ontwikkelingen en wetenschappelijke onderzoeken over PFAS, die onder andere worden uitgevoerd door het RIVM. De GGD geeft advies over gezondheidsrisico’s, zoals het eten van zelfgevangen vis uit de Westerschelde. Soms doet de GGD aanvullend onderzoek. De GGD heeft ook nauw contact met gemeenten in de regio, de provincie Zeeland, RUD Zeeland, RWS (Rijkswaterstaat) en Waterschap Scheldestromen. Het advies van de GGD aan de provincie is om de uitstoot van PFAS zoveel mogelijk te verminderen.

Wat is PFOS?

PFOS (perfluoroctaansulfonaten) is een chemische stof binnen de PFAS-groep, die wordt gebruikt om producten zoals textiel water- en vuilafstotend te maken. Deze stof komt ook voor in hoge concentraties in het schuim van brandblussers. PFOS is sinds 2008 verboden in veel toepassingen.

Wat is PFOA?

PFOA staat voor perfluoroctaanzuur en wordt ook wel C8 genoemd. Tot 2012 werd PFOA door Chemours/DuPont gebruikt als hulpstof bij de productie van teflon, dat onder andere wordt gebruikt voor de antiaanbaklaag van koekenpannen. Sinds 2013 staat PFOA op de Europese lijst van Zeer Zorgwekkende Stoffen.

Wat is er aan de hand in Zuid-Holland Zuid (omgeving Dordrecht) met PFOA en Chemours?

Het bedrijf Chemours Dordrecht, voorheen DuPont, heeft bij de productie van teflon jarenlang de stof perfluoroctaanzuur (PFOA) gebruikt. PFOA werd daarbij in de lucht uitgestoten, geloosd op het riool en in de rivier, en is ook in de bodem terechtgekomen. Dit heeft zorgen veroorzaakt over de mogelijke gevolgen van PFOA voor de gezondheid. Voor meer informatie kun je terecht op de website van GGD Zuid-Holland Zuid.

Hoe kom ik in aanraking met PFAS?

De meeste schadelijke stoffen komen in het milieu door vervuiling van fabrieken, maar ze kunnen ook via consumentenproducten in het milieu terechtkomen. Dit geldt ook voor PFAS. PFAS kunnen zowel vast als los in een product zitten, waardoor je er op verschillende manieren mee in contact kunt komen.

Loszittende PFAS zitten bijvoorbeeld in blusschuim, impregneermiddel voor kleding en meubels, skiwax en smeermiddel. Deze stoffen komen vrij wanneer je het product gebruikt. Bijvoorbeeld als je je fietsketting smeert of je tent waterdicht maakt. Ze kunnen ook vrijkomen als de brandweer blusmiddel gebruikt dat PFAS bevat.

Vastzittende PFAS zitten in producten zoals antiaanbaklagen van pannen, tapijten, (regen)kleding, bakpapier en pizzadozen. Ze komen vrij als je het product verkeerd gebruikt, bijvoorbeeld door krassen te maken in de antiaanbaklaag of de pan te heet te maken voordat je er iets in doet.

In alle gevallen komen PFAS in het milieu terecht als het product wordt weggegooid. Deze stoffen breken niet af, en het is moeilijk om ze te verbranden in de afvalverbranding.

Wil je weten of er PFAS in een product zit? Kijk op de website van waar zit wat in.

In welke (soort) producten wordt PFAS toegepast?

PFAS (poly- en perfluoralkylstoffen) stoten water, vet en vuil af en zijn goed bestand tegen hitte en zuren. Deze stoffen worden voor veel verschillende toepassingen gebruikt, bijvoorbeeld voor vlekkenbescherming in tapijten en het waterafstotend maken van regen-, buitensport- en skikleding.

De meeste PFAS komen in het milieu door vervuiling van fabrieken, maar ze kunnen ook via consumentenproducten in het milieu terechtkomen.

Waarom wordt PFAS gebruikt?

PFAS (poly- en perfluoralkylstoffen) hebben nuttige eigenschappen: ze stoten onder andere water, vet en vuil af. Daarom zitten ze in veel producten, zoals smeermiddelen, voedselverpakkingen, blusschuim, antiaanbaklagen van pannen, kleding, textiel en cosmetica. Ze worden ook gebruikt in verschillende industriële toepassingen en processen. Maar juist deze nuttige eigenschappen zorgen ervoor dat PFAS zich ophopen in de leefomgeving en slecht afbreken. Dit kan schadelijk zijn voor onze gezondheid en het milieu.

Wat is PFAS?

PFAS zijn poly- en perfluoralkylstoffen. Het is een groep van duizenden chemische stoffen die door mensen worden gemaakt. Voorbeelden hiervan zijn PFOS, PFOA en GenX. We weten dat deze stoffen meestal:

  • slecht afbreken
  • zich makkelijk verspreiden
  • en zich ophopen in planten, dieren en mensen.

Infectieziektebestrijding

Wat gebeurt er met de gegevens die ik doorgeef?

De GGD meldt de infectieziekte anoniem aan het Centrum Infectieziektebestrijding (CIb) van het RIVM. Het CIb bekijkt of vaccins effectief zijn en kan eventueel landelijke maatregelen nemen om de ziekte te bestrijden. Als er dreigt een internationale uitbraak van een infectieziekte, kan het CIb de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) informeren.

Heeft mijn instelling een meldingsplicht?

De meldingsplicht voor infectieziekten geldt voor instellingen waar kwetsbare groepen verblijven of samenkomen, zoals:

  • Verpleeghuizen
  • Ziekenhuizen
  • Verzorgingshuizen
  • Instellingen voor mensen met een verstandelijke beperking
  • Kindercentra
  • Scholen voor basisonderwijs
  • Opvangcentra voor dak- en thuislozen
  • Opvangcentra voor asielzoekers
  • Jeugdinstellingen

Ben ik als behandelaar verplicht een infectieziekte te melden?

Ja, dit is verplicht volgens artikel 26 van de Wet publieke gezondheid. Het medisch beroepsgeheim geldt niet als het gaat om de meldingsplicht aan de GGD.

Wil je collegiaal overleg met een medewerker infectieziekten?

Dit is mogelijk via het telefoonnummer: 0113 – 249 489.

Jeugdgezondheidszorg

Tips voor ouders met kinderen vanaf 12 jaar

Voor, tijdens en na de prik:

  • Voor de prik

-Betrek je kind bij de keuze om de prik wel of niet te krijgen. Vanaf 12 jaar vragen we toestemming aan ouders én het kind. Vanaf 16 jaar vragen we alleen toestemming aan je kind. Meer informatie lees je op de website van het RIVM.
– Zorg dat je kind makkelijke kleding draagt met korte mouwen.
– Vraag hoe je kind zich het meest ontspannen voelt op het moment dat de prik gegeven wordt. Helpt het luisteren naar muziek? Neem dit dan mee naar de priklocatie.
– Zorg dat je kind uitgerust is en genoeg gegeten en gedronken heeft. Het lichaam heeft de energie nodig.

  • Tijdens de prik

-Helpt muziek als afleiding? Het is geen probleem om tijdens de prik naar muziek te luisteren.
– Wanneer je kind bewust inademt door de neus en uitademt door de mond, en zich daarop concentreert, voelt de prik sneller en pijnlozer aan.
– Door de schouders bewust te laten zakken ontspant je kind de arm.
– Moedig je kind aan om zich op iets anders te concentreren tijdens het krijgen van de prik, in plaats van op de arm te letten.
– Als je kind het spannend vindt, geef dit dan aan bij de medewerker.

  • Na de prik

-Geef je kind een compliment nadat de prik is gegeven. Je kan ook aan je kind vragen om zichzelf een compliment te geven. Dit heeft een positieve invloed op een volgende prik.
– Vraag wat je kind ervan vond. Je geeft hierdoor je kind de ruimte om zijn of haar ervaring te vertellen.

Tips voor ouders met kinderen van 4 t/m 12 jaar

Voor, tijdens en na de prik:

  • Voor de prik

-Vertel je kind dat hij/zij een prik krijgt. Omdat jij je kind het beste kent bepaal je zelf een geschikt moment hiervoor. Dit hoeft niet heel ver van te voren maar wacht ook niet tot het allerlaatste moment.
– Het is belangrijk dat je op een neutrale manier vertelt wat er gaat gebeuren. We hebben een aantal uitspraken die je beter niet of juist wel kan zeggen. Lees hiervoor de tips voor helpend taalgebruik.
– Vraag aan je kind wat prettig is. Wil je kind misschien bij je op schoot zitten? Of wil je kind iets doen tijdens het prikken? Bijvoorbeeld een woordspelletje of samen in- en uitblazen. Door de afleiding concentreert je kind zich op iets positiefs en plezierigs. Hierdoor is er minder aandacht voor het ongemak dat ze voelen tijdens de prik.
– De prik wordt in de bovenarm gegeven. Zorg dat je kind makkelijke kleding draagt met korte mouwen.
– Heeft je kind prikangst? Geef dit bij binnenkomst door aan de medewerker. Er is een speciale (afgeschermde) ruimte beschikbaar voor kinderen met meer angst. Je kind wordt extra begeleid in het krijgen van de prik.

  • Tijdens de prik

– Je helpt je kind door zelf rustig te blijven tijdens het prikken. Praat op een rustige en neutrale toon en straal vertrouwen uit. Op deze manier heb je een positieve invloed op je kind.

  • Na de prik

-Geef je kind een compliment nadat de prik is gegeven. Je kan ook aan je kind vragen om zichzelf een compliment te geven. Dit heeft een positieve invloed op een volgende prik.
– Vraag wat je kind ervan vond. Je geeft hierdoor je kind de ruimte om zijn of haar ervaring te vertellen.

Tips voor ouders met kinderen van 0 t/m 3 jaar

Voor, tijdens en na de prik:

  • Voor de prik

-Vertel je kind dat hij/zij een prik krijgt. Omdat jij je kind het beste kent bepaal je zelf een geschikt moment hiervoor. Dit hoeft niet heel ver van te voren maar wacht ook niet tot het allerlaatste moment.
– Het is belangrijk dat je op een neutrale manier vertelt wat er gaat gebeuren. We hebben een aantal uitspraken die je beter niet of juist wel kan zeggen. Lees hiervoor de tips voor helpend taalgebruik.
– Vraag aan je kind wat prettig is. Wil je kind misschien bij je op schoot zitten? Of wil je kind iets doen tijdens het prikken? Bijvoorbeeld een woordspelletje of samen in- en uitblazen. Door de afleiding concentreert je kind zich op iets positiefs en plezierigs. Hierdoor is er minder aandacht voor het ongemak dat ze voelen tijdens de prik.
– De prik wordt in de bovenarm gegeven. Zorg dat je kind makkelijke kleding draagt met korte mouwen.
– Heeft je kind prikangst? Geef dit bij binnenkomst door aan de medewerker. Er is een speciale (afgeschermde) ruimte beschikbaar voor kinderen met meer angst. Je kind wordt extra begeleid in het krijgen van de prik.

  • Tijdens de prik

– Je helpt je kind door zelf rustig te blijven tijdens het prikken. Praat op een rustige en neutrale toon en straal vertrouwen uit. Op deze manier heb je een positieve invloed op je kind.

  • Na de prik

-Geef je kind een compliment nadat de prik is gegeven. Je kan ook aan je kind vragen om zichzelf een compliment te geven. Dit heeft een positieve invloed op een volgende prik.
– Vraag wat je kind ervan vond. Je geeft hierdoor je kind de ruimte om zijn of haar ervaring te vertellen.

Helpend taalgebruik voor, tijdens en na de prik

Je helpt je kind door positieve woorden te gebruiken. Woorden kunnen ervoor kunnen zorgen dat de angst bij je kind groter wordt. Dit willen we natuurlijk voorkomen. Daarom hebben we een aantal tips.

  • Wat kun je zeggen voor of tijdens de prik?

– “Je krijgt medicijnen om te zorgen dat je gezond blijft.”
– “Sommige kinderen voelen een drukkend gevoel. Anderen zeggen dat ze niks voelen. Ik ben benieuwd hoe het bij jou voelt.”
– “Ik ben bij je en zal je helpen.”
– “Omdat mama/papa nu met jou over (een leuke ervaring) praat kan de dokter goed zijn/haar werk doen. Weet je nog toen …”
– Tijdens het doen van een spelletje: “Wauw wat doe je dit goed” of “Kom wij doen dit spelletje, dan kan de dokter goed zijn/haar werk doen.”

  • Wat kun je beter niet zeggen voor of tijdens de prik?

– “Het gaat even pijn doen.”
– “Niet huilen.”
– “Stel je niet aan.”
– “Het doet geen pijn.”
– “Hier komt de prik.”

  • Wat kun je zeggen na de prik?

– “Wat heb je goed stilgezeten.”
– “Wat deed je het goed.”

  • Wat kun je beter niet zeggen na de prik?

-“Je gedroeg je als een baby.”
– “Grote jongens/meisjes huilen niet.”

Vogelgriep

Ik heb een dode vogel gevonden. Wat moet ik doen?

Maak een melding als je een dode vogel vindt. En ruim het dier op als je het in je tuin vindt of laat het opruimen als het ergens anders ligt. Raak een dode vogel nooit aan met je blote handen.

Kijk voor meer informatie op de website van de Rijksoverheid Ik heb een dode vogel gevonden, wat moet ik doen?.

Hoe voorkom ik vogelgriep?

Voorkom dat je zelf ziek wordt door voorzorgsmaatregelen te nemen. Draag beschermende kleding als je in de buurt van besmette dieren komt. Vooral mondkapjes zijn belangrijk, zodat je geen besmette lucht inademt. Reinig en ontsmet ook alle vervoermiddelen.

Wil je kip, kalkoen of eend eten? Dat kan. Zorg ervoor dat je het vlees goed verhit voordat je het eet. Eieren van met vogelgriep besmette dieren zijn niet gevaarlijk voor mensen.

Er bestaat geen specifieke vaccinatie voor vogelgriep.

Is thuisblijven nodig?

Nee, dat is niet nodig.

Hoe lang duurt vogelgriep?

Veel griepvirussen, waaronder de vogelgriep, kunnen veranderen op een manier die een grootschalige griepuitbraak onder mensen kan veroorzaken. Wanneer een nieuw type van het griepvirus zich wereldwijd onder mensen verspreidt, wordt dit een grieppandemie genoemd.